Opdracht 1:
Uit een methode, haal je een verhaalsom “lang of kort geeft niet” los deze som op, en vertel wat de leerling moet begrijpen om deze som op te lossen.Welke wiskunde?
We hebben gekozen voor de methode Pluspunt, voor groep 4.
De som is:
In het restaurant van Lowieke zitten 32 mensen te eten.Een grote familie van 17 mensen gaat weg.Hoeveel mensen zitten er dan nog?
Oplossing: De kinderen moeten beseffen dat ze 17 mensen van het totaal aantal af moeten trekken. (dus: 32-17= antwoord)
welke methode kunnen de leerlingen gebruiken om het op te lossen:
- Maak het probleem eenvoudiger door bijv. de som uit het verhaal te halen en deze op een getallenlijn te plaatsen.
Welke wiskunde is dit?
Het is redactiesom, want er is maar 1 antwoord mogelijk, het gaat hier ook om een berekening, oftewel: een algoritmische berekening.Het is op te lossen via standaard methodes.
Opdracht 2:
Nu weer een som uit de methode:Neem een verhaalsom waarvan je denkt: Die kan beter!Breng die verbetering aan in een paar stappen, en vertel expliciet welke je waarom je die veranderingen aangebracht hebt.De som die we gekozen hebben:
Een busrit naar het strand kost 3 strippen. Op een strippenkaart zitten 15 strippen.Hoeveel mensen kunnen met die kaart naar het strand?
Waarom kan die beter?We hebben het gevoel dat in deze som het moeilijk is de som uit de context te halen, je kunt het namelijk op verschillende manieren oplossen, dit kan verwarrend zijn voor het kind.
Verbetering:Babs krijgt van haar moeder geld om gebakjes te kopen.1 gebakje kost 3 euro.Babs heeft 15 euro gehad van haar moeder.Hoeveel gebakjes kan zij kopen voor dit bedrag?
Waarom is het nu beter;Deze som is beter, omdat het voor kind overzichtelijker is om een antwoord te verkrijgen bij het maken van deze som.
Opdracht 3
Neem weer een andere verhaalsom en kies deze zo dat je minstens 4 zoekregels goed toe kan passen om tot een oplossing te komen. Doe het en benoem ze expliciet.
De som:
Er staan mensen in de rij te wachten voor een ritje in de bootjes. Er is een opstapplaats en een uitstapplaats. Lotte en loek staan in de rij, in welk bootje staan ze in de rij.In welk bootje komen zij?
Verschillende oplossingen:
1. tellen in groepjes van 4 (want er passen immers 4 mensen in 1 bootje)
2. Tel alle mensen voor Lotte en Loek, en deel dit door 4.
3. Teken het probleem uit.
4. Maak een getallenlijn en maak sprongen van 4. (streep mensen door)
opdracht 4:
maak nu een lijstje met mogelijke zoekregels voor het oplossen van verhaalsommen.Lees de tekst rustig door
- - Herinner je je een soortgelijk probleem
- - Zeg het probleem nog eens in je eigen woorden
- - Maak een plaatje
- - Maak het probleem eenvoudiger
- - Zeg het probleem op een andere manier
- - Tracht je er iets bij voor te stellen
- - Zoek aanvullende gegevens
- - Maak een schema, tabel of grafiek
- - Doe een gokje en controleer
- - Pak het systematisch aan
- - Zoek regelmatigheden
- - Concretiseer materialiseren
- - Werk van achter naar voren
- - Bekijk de zaak eens van een geheel andere kant
- - Probeer los te komen van en vastgezet plan dat niet werkt
- - Probeer de gevonden oplossingen te generaliseren
- - Controleer de oplossing
- - Ga op zoek naar een andere oplossingsmethode
- - Denk na over je eigen oplossingsproces
opdracht 6:
ga op zoek in een methode naar een context die bedoeld is om voort te borduren op de informele van de kinderen en daarmee een begrip meer inhoud te geven.
Som:
We hebben gekozen voor de allereerste som uit het boek, hierop staat een praatplaat over de vakantie.Deze plaat sluit prima aan bij de belevingswereld van het kind. (want deze komt net terug van vakantie)de plaat is bedoeld om kinderen er van bewust te maken dat zij ook op vakantie betekenis aan getallen verbinden en dat zij ze in verschillende contexten kunnen herkennen.Aan de hand van deze plaat, kun je de kinderen ook vragen wat voor getallen zij zijn tegengekomen op hun eigen vakantie en wat deze getallen toen voor betekenis hadden/hebben.
Opdracht 7:
Je krijgt een artikel uit Willen Bartjens ('k Wis nie dat ik zo goed kon rekenu) over een context die vooral een didactische functie heeft.Snap je welke oplossingsstrategie er uitgelokt wordt?Beschrijf met je groepje welke leerkrachtvaardigheden je hiervoor nodig hebt.
Kinderen worden geprikkeld/ gestuurd om ronde getallen te maken zodat het eenvoudiger is om op te tellen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de tribune som. (1 kindje loopt over naar 29 andere kinderen zodat je 30+ 15 hebt i.p.v. 29 + 16)de som wordt nu visueel gemaakt en de kinderen kunnen zien wat er met de som gebeurt.
De volgende leerkrachtvaardigheden komen naar voren uit het artikel:
- De leerkracht moet een open houding hebben en zegt niet meteen of iets goed of fout is.
- De leerkracht visualiseerd contexten.
- De leekracht is positief en stelt open vragen.
- De leerkracht zorgt voor emotionele betrokkenheid, hij moet zorgen voor plezier bij het rekenen.
- De leerkracht maakt elke keer een korte samenvatting van de som, zodat de kinderen de som zien en niet alleen de context
- Werk met concreet materiaal
- stimuleerd andere manieren van oplossen
- complimenteerd.
Voor dit ijkpunt hebben we een 6 gekregen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten